Nieuws

Archief september 2010 — Sophie in 't Veld

• 8 min lezen

Archief september 2010 — Sophie in ’t Veld

Mogen EU Lidstaten de regels ongestraft aan hun laars lappen?

Maandag, 13 september 2010

De botsing over de collectieve uitzetting van Roma uit Frankrijk deze week leek oppervlakkig gezien alleen een morele kwestie. Is er sprake van discriminatie en stigmatiseren van een hele bevolkingsgroep, en zijn uitzettingen niet in strijd met de burgerrechten? Maar de inzet van de strijd was eigenlijk ook een andere: is de EU bereid in te grijpen als een Lidstaat zich niet aan de wet houdt?

De laatste jaren is er een roep om zero tolerance voor burgers die de wet overtreden. Het repressieve instrumentarium van politie, justitie en veiligheidsdiensten is danig uitgebreid, burgervrijheden worden ingeperkt, alles en iedereen wordt aan ingrijpende controles onderworpen.

Merkwaardig genoeg zien we precies het tegenovergestelde als het gaat om overtredingen begaan door EU Lidstaten. Alle Lidstaten (ook het Braafste Jongetje van de Klas) overtreden met grote regelmaat de regels. Of het nu gaat om het wederrechtelijk collectief uitzetten van Roma, het verlenen van ongeoorloofde staatssteun, het inperken van de mediavrijheid, het schenden van de normen van het Stabiliteitspact, of het sjoemelen met EU subsidies. Je zou zeggen dat het principe van zero tolerance ook op wangedrag door Lidstaten van toepassing is, maar niets is minder waar.

In het huidige klimaat van nationalisme lijken de Lidstaten te menen dat ze boven de wet staan. De Europese Commissie is in de meeste gevallen de instantie die moet ingrijpen. Als het gaat om overtreding van de marktregels aarzelt de Commissie geen seconde. Invallen bij het ochtendgloren door de anti-kartelbrigade, of het opleggen van miljardenboetes aan grote bedrijven doet de Commissie zonder met haar ogen te knipperen. Maar als het erom gaat om nationale regeringen tot de orde te roepen en de naleving van de regels en afspraken af te dwingen, is de Commissie terughoudend en laat zich intimideren door de Lidstaten. Lidstaten accepteren geen “bemoeienis” van “Brussel”. Het niet naleven van de regels verzwakt het vertrouwen in de EU.

De financiële crisis heeft op brute wijze aangetoond dat strak Europees toezicht op financiële markten noodzakelijk is, net zoals de eurozone crisis aantoont dat Lidstaten niet in staat zijn zichzelf te controleren en disciplineren. Ook het uitgeven van EU subsidies door de Lidstaten heeft nog nooit een voldoende gekregen van de Rekenkamer. In al deze gevallen moet de EU bevoegdheid krijgen om te controleren, in te grijpen en sancties op te leggen. Maar de Lidstaten weigeren, en zeggen dus impliciet dat ze niet van plan zijn zich iets aan te trekken van Europese wetten en afspraken.

Van het op handen zijnde VVD, CDA + PVV Kabinet valt niet te verwachten dat het zal pleiten voor meer EU bevoegdheden voor het handhaven van de regels. Een nieuwe variant van gedoogbeleid.

Tags: D66, EU lidstaten, Europese Commissie, overtredingen, sophie in t veld, toezicht
Gepost door Sophie in ’t Veld


EU burgers of paria’s?

Zondag, 12 september 2010

De reacties in mijn mailbox liegen er niet om: veel mensen zien Roma als uitschot, onverbeterlijke dieven en viezeriken, die vooral overlast veroorzaken voor fatsoenlijke burgers. Veel mailschrijvers lijken te denken dat dit cultureel of genetisch bepaald is, en dus onoplosbaar. Het massaal uitzetten van Roma krijgt grote bijval van het publiek.

Niemand ontkent de grote problemen met en voor de Roma. Massa uitzettingen geven kortstondig lucht aan de frustratie, maar lossen niks op.

95% van de Roma hebben de Franse nationaliteit, en kunnen niet worden uitgezet. De maatregelen van Sarkozy richten zich dus op 5% van de mensen, en is dus symboolpolitiek. Degenen die wel worden uitgezet, komen binnen de kortste keren weer terug, vooral omdat de situatie in Roemenië en Bulgarije nog erger is. Het staat elke EU burger vrij in andere Lidstaten te wonen en te werken, dus ook Roma. Voor Roemenen en Bulgaren gelden tot 2014 bepaalde beperkingen op het recht op vrij verkeer. Maar het enkele feit van het niet hebben van een eigen inkomen is onvoldoende reden voor automatische uitzetting. Er zijn ook geen aanwijzingen voor ernstige misdaden of een massaal beroep op sociale zekerheid door deze mensen.

Uitzetten van EU burgers is toegestaan, maar alleen onder zeer strikte voorwaarden. Elke persoon heeft recht op een individuele beoordeling. Collectieve uitzettingen zijn niet toegestaan. Uitzetting mag alleen bij ernstig risico voor openbare orde en veiligheid. Er zijn regels m.b.t. de procedure zoals schriftelijke kennisgeving en recht op beroep binnen een maand.

Frankrijk beweert dat aan deze voorwaarden is voldaan, met name omdat het vertrek “vrijwillig” zou zijn. Maar de huisvesting van de Roma werd kort en klein geslagen, zodat ze feitelijk dakloos waren. Er stond een cordon politiemannen omheen, en de Roma kregen de keus: nu vrijwillig vertrekken, of anders gedwongen. Sommige NGO’s melden dat mannen en vrouwen (en kinderen) van elkaar werden gescheiden. Van de uitgezette Roma werden vingerafdrukken genomen, het geen simpelweg illegaal is. Een vertrouwelijk rapport van de Europese Commissie zet dan ook grote vraagtekens bij de legaliteit van de uitzettingen.

Het overgrote deel van de gemeenten weigert te voldoen aan de wettelijke plicht staanplaatsen te voorzien voor de Roma. De Roma zijn daardoor vaak onvermijdelijk aangewezen op illegale staanplaatsen, zonder water, electriciteit en vuilnisinzameling. Reizen is geen misdaad, dus daarvoor moeten we mensen niet bestraffen. Iedereen heeft recht op huisvesting onder fatsoenlijke omstandigheden.

Het Europees Parlement pleit al jaren voor een degelijke strategie voor de Roma. Onderwijs is essentieel, net als huisvesting, medische zorg en werk. De 10-12 miljoen Roma hebben er recht op eindelijk volwaardig deel te nemen aan de Europese samenleving, zonder discriminatie en marginalisering, en zonder overlast te veroorzaken.

Ouders zijn verplicht hun kinderen naar school te sturen. Maar daarnaast is de overheid verplicht te zorgen voor een passende en veilige schoolomgeving. In veel (vooral Oost-Europese) landen worden Roma kinderen automatisch verwezen naar scholen voor kinderen met leermoeilijkheden of zwakbegaafden. Vaak is er sprake van volkomen segregatie, en Roma kinderen op “gewone” scholen worden ernstig gediscrimineerd.

Overlast en misdaad moeten aangepakt en bestraft worden. Maar tegelijkertijd is duidelijk dat ernstige discriminatie, gebrek aan opleiding, en uitsluiting uit de arbeidsmarkt leiden tot vrijwel volkomen en uitzichtloze werkloosheid en armoede, en dus voortbestaan van de problematiek.

Los van de legaliteit, is de retoriek rondom de uitzettingen verwerpelijk. Het is ronduit onfris hoe Sarkozy en de zijnen een impliciet verband leggen tussen Roma en criminaliteit. En kunnen wij Europeanen met een schoon geweten wegkijken van het bestaan van een kaste van 10 miljoen onaanraakbaren binnen onze gemeenschap?

Tags: Bulgarije, eu, Roemenie, Roma, sophie in t veld, zigeuners
Gepost door Sophie in ’t Veld


Wat moet een sportclub met mijn paspoort?

Maandag, 6 september 2010

Steeds vaker is voor het verkrijgen van een dienst, product of lidmaatschap vereist om een groot aantal persoonsgegevens, waaronder meestal een kopie van paspoort of ID kaart, af te staan aan bedrijven en organisaties. Telecom aanbieders eisen een kopie van identiteitsbewijs en een bankafschrift voor het verkrijgen van een abonnement, maar ook de plaatselijke sportclub stelt dezelfde eisen voor een lidmaatschap.

Ik heb een aantal bezwaren tegen deze groeiende praktijk, zowel uit oogpunt van privacy als consumentenbescherming. Ten eerste heeft een consument eigenlijk geen echt vrije keus, aangezien in veel gevallen alle bedrijven binnen een sector dezelfde categorieën persoonsgegevens vragen. Het afstaan van een kopie van het identiteitsbewijs en een bankafschrift wordt de facto een voorwaarde voor het verkrijgen van bepaalde diensten en producten. Dit geldt vooral voor essentiële diensten als toegang tot het internet of een telefoonabonnement.

In de tweede plaats lijken de gevraagde gegevens me volstrekt onnodig voor de bedrijfsvoering. Het controleren van de kredietwaardigheid van een klant lijkt in veel gevallen excessief, aangezien het gaat om kleine bedragen voor een dienst die veelal bij wanbetaling simpelweg afgesloten kan worden. In de gevallen waar vooruit moet worden betaald, is het me al helemaal onduidelijk waarom kredietwaardigheid dient te worden getoetst. Ook is mij niet duidelijk waarom het voor een goede bedrijfsvoering essentieel zou zijn om de officiële identiteit van een klant te verifiëren.

Heel veel bedrijven leveren (dure) producten en diensten zonder te vragen om identificatie of kredietwaardigheid. Bijvoorbeeld bestellen van meubels, het verrichten van (verbouwingswerkzaamheden) in huis, het boeken van een vakantiereis, het bezorgen van boodschappen, enzovoort. Mijn grootste bezwaar is echter de grootschalige opslag van de gevraagde persoonsgegevens. Bedrijven leggen feitelijk grote bestanden aan van kopieën van paspoorten en identiteitsbewijzen en bankafschriften. De noodzaak van dergelijke bestanden voor de bedrijfsvoering is mij niet duidelijk. Van veel bedrijven betwijfel ik of ze bekend zijn met de regels inzake bescherming persoonsgegevens (zoals in het voorbeeld van de sportclub), en of de veiligheidsmaatregelen rondom een dergelijk bestand wel adequaat zijn. Dergelijke bestanden brengen aanzienlijke risico’s op verlies, lekken diefstal en fraude met zich mee. Daarnaast is er geen duidelijkheid over de risico’s van gebruik van deze bestanden door derden (inclusief politie, justitie en inlichtingendiensten) en het combineren van deze bestanden met gegevens in andere bestanden.

Een gemiddelde consument komt voor in talloze bestanden. Daardoor kan eenvoudig een gedetailleerd beeld worden gevormd van de levensstijl en activiteiten van een persoon, zonder dat hij/zij zich daarvan bewust is. Tenslotte maakt de interne markt dat bedrijven en consumenten over de grenzen heen diensten en producten kunnen aanbieden respectievelijk afnemen. Dit werpt de vraag op welke regels van toepassing zijn.

(Dit is een bewerking van een brief die Sophie in ’t Veld eind augustus 2010 heeft geschreven aan het College Bescherming Persoonsgegevens met daarin de vraag of het CBP bekend is met de praktijk en de ontwikkelingen in andere EU Lidstaten)

Tags: College Bescherming Persoonsgegevens, lidmaatschap, persoonsgegevens. privacy, privacy, sophie in t veld
Gepost door Sophie in ’t Veld

Auteur

D66 Redactie


Gerelateerde Artikelen

Nieuws
Sophie in 't Veld — biografie en Europees werk

Biografie van Sophie in ’t Veld Sophie in ’t Veld is ook in 2009 lijsttrekker D66 voor het Europees Parlement. In 2004 is Sophie verkozen voor een eerste …

Nieuws
Maak Nederland geen stoorzender in Europa

Ongevraagd advies aan Rutte: maak Nederland geen stoorzender in Europa De verkiezingen hebben de VVD een overwinning bezorgd, maar daarmee ook een razend …

Nieuws
Overzicht: Uncategorized berichten van Sophie in 't Veld

Alle berichten in categorie ‘Uncategorized’ (Sophie in ’t Veld) Doorgifte bankgegevens aan VS – de tweede ronde Woensdag, 16 juni 2010 In …