Archief — augustus 2009 (Sanna Munnikendam)
Vertrouw op je eigen kracht
Monday, 31 August , 2009
Op een mooie zonnige dag ging ik met mijn twee jongste kindjes met de bakfiets een stuk fietsten. Nog afgezien het feit dat ik zo ook nog beweeg, wil ik graag de Zaanstreek beter leren kennen en ook de stukken die ik ken, blijven mooi. Die dag bracht het fietstochtje ons langs de Westzijde van de Zaan, over de nieuwe Julianabrug naar de Zaanse Schans waar wij met onze bakfiets een heuse toeristische attractie vormen. Vooral Spanjaarden en Japanners zetten ons veelvuldig op de foto. Leuk idee dat we aan de andere kant van de wereld in fotoalbums en video’s figureren.
Onderweg kwam ik een vriendin tegen, gehuld in sporttenue op weg naar de sportschool. Wat was ik blij dat ik daar niet naar toe hoefde! Op de Zaanse Schans kwam ik vervolgens een zeer sportieve Zaanse wethouder tegen, trainend voor een binnenkort te lopen marathon waar de Dam tot Dam loop niets bij vergeleken is. Ik vervolgde mijn weg door de polder richting Wormerveer met de industriële zeepziederij waar tegenwoordig het hoofdkantoor van Vanilia huist. Via de Zaan ging ik weer terug naar ons huis in het centrum van Zaandam. Al met al een fietstochtje van een kleine 20 kilometer.
Sinds begin dit jaar hebben wij onze leaseauto ingeleverd omdat A. wegging bij zijn werkgever. We hadden een megagrote turbodieselbak met tankpas die het tot in het buitenland nog deed, inclusief tolwegen. Het gaf een supergevoel van vrijheid maar eerlijk gezegd stond hij vaak een hele week ongebruikt op zijn parkeerplaats. Met drie kleine kinderen rij je niet zomaar op een dolle vrijdagmiddag “even door naar Parijs”. Dus of je hem nu gebruikte of niet, hij kostte ons met bijtelling en eigen bijdrage maandelijks toch best een flinke smak geld. En nu ruim een half jaar verder heb ik de auto eigenlijk geen moment gemist. Onze omgeving verbaast zich hogelijk. Hoe kan je in hemelsnaam leven zonder auto? Het antwoord is: we hebben wel een auto, alleen niet in eigendom. Maar dat was de leaseauto ook niet. Het enige verschil: de auto staat nu 300 meter verderop. We zijn namelijk lid geworden van autodelen.
Maar ook deze autodeelauto gebruiken we nauwelijks. Woon-werk en zakelijk verkeer naar Amsterdam gaat op de fiets. Ook ’s avonds pakken we de fiets – tenzij het regent, maar met buienradar lukt het best aardig tussen de buien door te fietsen trouwens. Fietsen van centrum Zaandam naar centrum Amsterdam (10 kilometer) duurt net zo lang, of is soms zelfs sneller, dan met het OV of de auto. Vreemde blikken, verbaasde blikken zelfs. Fietsen?! Maar ondertussen vinden die mensen het niet vreemd om zich op te sluiten in de sportschool, of zich blessures of een hartaanval te lopen.
Fietsen heeft zo veel voordelen dat ik steeds minder begrijp waarom niet meer mensen het doen: het is gratis (op een bandenplaksetje en een halfjaarlijks bezoekje aan de fietsenmaker na), het stinkt niet, het maakt geen lawaai, het is goed voor het milieu, je hoeft geen parkeerplaats te zoeken, je hoeft niet te betalen voor een parkeerplaats en het is nog gezond ook. O, ja: je staat niet in de file. En als je even lekker doorfietst hoef je niet eens meer naar de sportschool, en dat scheelt ook weer geld trouwens.
Afgelopen maanden ben ik vijfentwintig kilo afgevallen. Zonder sportschool, alleen maar door gezonder te eten en wat vaker te fietsen en dan ietsje harder te trappen.
Soms doet het me denken aan een van de vijf richtingwijzers van D66: vertrouw op de eigen kracht van mensen. En zo is het met fietsen precies zo. Het is gewoon een kwestie van mentaliteit. Duurzaam trappen, dat doe je lekker met je eigen kracht.
Ik trek dan ook meestal een wenkbrauwtje op als ik iemand voorbij zie tuffen op een stinkend, lawaaiproducerend brommertje. En als iemand me eens kan uitleggen wat daar nou het voordeel van is?
Tags: Amsterdam, Duurzaam, eigen kracht, fietsen, Gezond, Kinderen, Zaanstad
Gepost door sanna-munnikendam | No Comments
Een schoolvoorbeeld
Sunday, 23 August , 2009
MKB Amsterdam stelt in 7 adviezen voor 1 amsterdam dat de Amsterdamse politiek o.a. de ambachtsberoepen meer moet promoten las ik gisteren in het Parool. Maatschappelijke en ambachtelijke opleidingen zouden meer perspectief op een baan bieden dan de creatieve beroepen die juist door Amsterdam omarmd worden. Ook in Zaanstad worden oude industriële panden veelal opgeknapt om als broedplaats te dienen voor creatieve bedrijvigheid. Zo schrijf ik dit blogje na een lange drukke dag thuis met mijn drie kindjes en een zieke man, in café-restaurant de Koekfabriek, gevestigd in de oude Verkadefabriek (ja die van de meisjes van Verkade). Ik ben dan ook een echte voorstander van creatieve bedrijvigheid waardoor oude stedelijke gebieden opnieuw tot leven gewekt worden, daarvan is deze Zaanse chocoladefabriek een schoolvoorbeeld. Maar het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Het gaat in beide gevallen immers om het belang van het behouden van kleine bedrijven in de wijk. Niet alleen moet je er cultuur en creativiteit hebben, maar ook kleermakers en herstelbedrijven (zoals garages). MKB Amsterdam stelt terecht de vraag waarom een café wel in de wijk kan blijven en een meubelmaker die met machines werkt niet. Als een gemeente kiest voor behoud van verstedelijking gaat het, zowel voor het café op de hoek als voor de kleermaker verderop in de straat, om het vinden van de balans tussen het handhaven van de leefbaarheid in de wijk en het behouden van een levendige wijk.
Nu lijkt het me niet zeer ingewikkeld om creatievelingen te vinden om broedplaatsen de nodige dosis cultuur te bieden. Veel lastiger is het om tegenwoordig goede ambachtslieden te vinden. Het probleem begint niet pas bij het stimuleren van jongeren om de opleiding te kiezen die de meeste kans biedt op een baan, maar het probleem begint bij die opleidingen zelf. Met de komst van het vmbo werd de lat veel te hoog gelegd. Waarom moeten leerlingen ook nog allerlei theorie leren terwijl ze gewoon heel goed zijn in het werken met hun handen? Terecht vraagt zo’n leerling zich af waarom hij niet lekker mag sleutelen aan auto’s of knutselen met hout. Het onderwijs is een grote regelbrij geworden. Welke hoofdwerker heeft bedacht dat de handwerker onzinnige woordjes moet leren of rijtjes moet stampen?
Het omslagverhaal “afgeschreven. Waarom verklaren wij onze jeugd gek?” (Elsevier 28-03 jl.) maakt pijnlijk duidelijk dat het huidige onderwijssysteem debet is aan de hoge schooluitval. Omdat scholen afgerekend worden op resultaat willen zij steeds minder “moeilijke” kinderen. Waar vroeger in elke klas wel een paar lastige kinderen zaten, eist het onderwijs tegenwoordig heel andere zaken dan vlijt en deugd, maar ligt de nadruk op zelfstandigheid en communicatieve en sociale vaardigheden (kringgesprekken!).
Een-gewoon-een-beetje-een-moeilijk-kind komt alleen maar met een indicatiestelling in aanmerking voor extra begeleiding waardoor een kind op de basisschool al een levenslang etiket opgeplakt krijgt. Leerlingen die voordien bij een strenge doch rechtvaardige vakman in de leer gingen, probeert men nu op de leerfabrieken te behouden.
Kwetsbare kinderen zijn slachtoffer van de onderwijsvernieuwing, aldus de Commissie Dijsselbloem. Dijsselbloem in de Volkskrant van 14-02-2008: “Het hele idee van Weer Samen naar School, waarbij moeilijk lerende kinderen in dezelfde klas zitten als normaal begaafde leerlingen, was gebaseerd op het gelijkheidsideaal van de PvdA. Om die reden werden de lom-scholen in het vmbo geïntegreerd. Om die reden kwam de basisvorming er. Gelijk onderwijs zou voor alle kinderen gelijke kansen creëren. De conclusie is hard: het werkt niet.” Parallel hieraan is de evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs ingesteld, onder leiding van oud D66-Kamerlid Ursie Lambrechts, met als opdracht dat voor ieder kind dat wordt aangemeld een onderwijsaanbod tot stand komt dat past bij hun specifieke behoeften.
Maar daarmee heb je de oude ambachtsschool nog steeds niet terug. En al schrijvende in de prachtige Koekfabriek, wordt mijn mening gesterkt dat de politiek creatiever moet durven zijn: waarom kunnen we niet oude verlaten fabrieken door leerlingen van de praktijkschool nieuwe stijl laten opknappen? Dan sla je meteen twee vliegen in een klap: creatieve bedrijvigheid tot stand gebracht door ambachtslieden in opleiding.
Tags: Ambacht, Broedplaatsen, Onderwijs, praktijkschool, Regelzucht, vmbo, Zaanstad
Gepost door sanna-munnikendam | No Comments
Klaag niet (meer)!
Monday, 17 August , 2009
“Huisarts moet eerder mond open doen”, maar hoe zit het met de patiënt? Huisartsen moeten patiënten met een zeer ongezonde levensstijl minder ontzien, dat vindt voormalig hoofd van de huisartsenopleiding aan de VU. Dat komt uiteindelijk niet alleen de patiënt ten goede maar ook de kosten van de gezondheidszorg. Bovendien kan het voor de patiënt net dat duwtje in de goede richting zijn om te stoppen met roken of te beginnen met afvallen. In de paar jaar dat ik overgewicht had, heeft mijn huisarts nooit beaamd dat het ongezond is om dik te zijn, en dat je je er ongelukkig door kan voelen. Door het probleem niet te benoemen, lijkt het niet te bestaan. Als patiënt kan je daardoor denken dat het dus wel meevalt. Overigens heb ik mezelf tot de orde geroepen en ga ik inmiddels vijfentwintig kilo lichter en luchtiger door het leven.
Als je voor jezelf en je gezin de beste huisarts wil kiezen dan kan dat dankzij de vrije marktwerking in de zorg, zou je denken. In onze woonplaats Zaandam blijken huisartsen echter elkaar de hand boven het hoofd te houden: je kan niet van huisarts veranderen. Niet vanwege overvolle praktijken, als nieuwkomer van buiten de gemeente is er namelijk gewoon plek.
Dit riekt naar oneerlijke concurrentie: huisartsen hebben onderlinge afspraken en houden elkaar de hand boven het hoofd. Zo houden de minder populaire huisartsen toch een lekker volle praktijk. Niemand vindt het vreemd dat je je brood bij de lekkerste bakker wil kopen, terwijl een andere bakker ook best goed is. Maar de beste huisarts kiezen blijkt niet te kunnen? De zaak aanhangig maken bij de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) bleek na veel ‘contactmomenten’ geen soelaas te bieden omdat een huisarts geen contracteerplicht heeft. Eventueel zouden we nog naar de NMa kunnen gaan maar die kans werd zeer klein geacht. Als gewone consument is dit een wel heel omslachtige bedoening en je moet een flinke dosis tijd, energie en bovenal geduld hebben om door te pakken.
Onwillekeurig moest ik denken aan de betuttelende overheidscampagne over het noodpakket: men neme een radio op batterijen, afgestemd op de nationale rampenzender Radio 1. Dat is pas echt een ramp! De etherfrequentie van Radio 1 is zo slecht dat je soms alleen maar ruis hoort. Ooit heb ik een poging gewaagd te klagen over de slechte dekking van Radio 1, maar strandde ditmaal bij het Agentschap Telecom: ik werd teruggebeld door een zeer vriendelijke meneer die lang-verhaal-kort-gemaakt zei dat je geacht wordt een antenne te hebben die tien meter boven het maaiveld uitsteekt. Alleen wanneer er dan nog sprake is van storing, heeft het zin om te klagen. Over de uitschuifbaarheid tot meer dan tien meter boven het maaiveld van de antenne van de transistorradio van het noodpakket hield ik maar wijselijk mijn mond.
Door dergelijke technocratische en bureaucratische procedures zinkt de moed de gewone burger in de schoenen. Volgens de wet klopt het maar voor het gevoel niet. Ondertussen zijn de oplossingen zo dichtbij: door het opheffen van de numerus fixus voor geneeskundestudenten bijvoorbeeld komen er veel meer artsen waardoor de goede vanzelf boven komen drijven. Stop met het verzinnen van technocratische regels. Laat de markt gewoon zijn werk maar doen.
Tags: Add new tag, Gezondheidszorg, Huisarts, Regelzucht, Vrije marktwerking
Gepost door sanna-munnikendam | No Comments
MRSA en andere vlezigheden
Friday, 7 August , 2009
Binnen een maand tijd was hij nog een keer langsgekomen. Dat hadden wij niet afgesproken! Slopend, niet alleen voor A. maar zeker ook voor mij. Het begon de eerste keer met een schijnbaar onschuldig steenpuistje waarvan ik dacht “typisch mannen, beetje zeuren om een klein puistje”. Totdat Jongste (dochtertje, anderhalf) een paar dagen later tegen zijn been aan stond en A. het werkelijk uitschreeuwde van de pijn. Dat werd de huisartsenpost – het was natuurlijk weekend, zal je altijd zien.
De eerste keer hadden we zelfs wat lang gewacht, puistje bleek een bacteriële infectie: een streptokok of stafylokok van het type waardoor Balkenende een maand met zijn voet - en blackberry- in het ziekenhuis belandde of waaraan sommigen in coma geraken of erger nog, zelfs overlijden. De antibiotica sloeg aanvankelijk niet aan, de dosis werd verhoogd, een extra soort werd toegevoegd totdat A. uiteindelijk op 6 gram antibiotica per dag zat. Zo hoog dat de apotheker met de huisarts belde om te vragen of het recept wel klopte. Iedere dag hing een ziekenhuisopname als een zwaard van Damocles boven ons hoofd maar uiteindelijk sloeg de kuur aan en de wond genas langzaamaan. Ondertussen had ik nu niet drie maar vier kinderen waarvan er drie iedere ochtend om uiterlijk 8.15 aangekleed, gewassen en ontbeten op de bakfiets moesten zitten, op weg naar school, respectievelijk crèche. Normaal helpt A. altijd mee, of doet hij het brengrondje. Maar de kuur bleek zo heftig dat zelfs tot bijna twee weken nadien ik er alleen voorstond. Het went wel, maar blij word je er niet van kan ik zeggen.
En toen kwam de infectie opeens terug! Gelukkig waren we nu wel op tijd, door ervaring wijzer geworden herkenden we meneer Streptokok direct. Dit betekende weer een nieuwe kuur terwijl A. net de eerste te boven was gekomen. Dus terug naar af en weer die zware ochtenddiensten draaien. Dat deze zwaar waren lag niet in de laatste plaats aan het feit dat Middelste (jongen, tweeënhalf) zich tussen vijf en zes uur ’s ochtends meldt en dan echt niet meer naar bed te krijgen is. Na weer een nieuwe kuur van tien dagen, gevolgd door weer minstens tien dagen van uitputting door ons beiden hadden we deze periode vorige week afgesloten met een desinfecteer actie met dettol. Op aanraden van de huisarts hebben we samen met onze hulp urenlang ons hele huis gedesinfecteerd, net zoals ze in ziekenhuizen doen bij een MRSA-infectie, ook wel bekend als ziekenhuisbacterie.
Vanochtend was het de derde ochtend dat A. weer ochtenddienst kon draaien. Tegen zessen meldde Middelste zich, voor zijn doen laat. Ik mocht me nog even omdraaien en zette gewoontegetrouw het Radio 1 journaal aan. Het nieuws van vanochtend was het medicijnplan van landbouwminister Gerda Verburg om veeartsen te verbieden de medicijnen te verstrekken die ze zelf voorschrijven. Reden: veeartsen zouden teveel antibiotica voorschrijven. Hierdoor – zo hadden wij net aan den lijve ondervonden– komen er steeds meer resistente bacteriën. Deze kunnen MRSA –de S staat voor Streptokok– veroorzaken in ziekenhuizen en aanverwante instellingen. Een probleem dat je moet bestrijden door de patiënt te isoleren en de afdeling te desinfecteren. Weer typisch dit kabinet trouwens: met nieuwe regels proberen een probleem aan te pakken, dacht ik en draaide me nog eens lekker om. Vervolgens kwam de reclame voorbij, die begon met een hoop tromgeroffel, gevolgd door de retorische vraag “warm hè vandaag!” Maar op de barbecue zou het nog veel warmer zijn. Heerlijk we moesten vanavond allemaal kip Hawaï gaan eten. “Campagne gesponsord door de Europese Unie” wordt er nog heel snel achteraan gesist, alsof het gaat om “in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.”
Hoewel ik helemaal geen Partij voor de Dieren-type of milieuactivist ben, moet ik wel altijd grinniken om de spotjes van Wakker Dier over kip die nog nooit zoveel ruimte heeft gehad als bij jou in de oven en die eindigen met “kip het meest mishandelde stukje vlees.” Dus toen het volgende spotje begon met “Wát een barbecuepakket voor maar 2,25 per persoon?!” dacht ik dat het zo’n Wakker Dier spotje betrof, maar tot mijn stomme verbazing was het serieuze reclame van Jumbo Supermarkten! En dat terwijl Jumbo onlangs als beste heeft gescoord in de eerste editie van de Supermarktmonitor voor biologisch vlees en vleesvervangers. Volgens dit onderzoek van Varkens in Nood en Milieudefensie kunnen bewuste vleeseters en (parttime) vegetariërs het best hun boodschappen doen bij Jumbo. En ligt hier niet net de crux van het probleem achter het medicijnplan van landbouwminister Verburg? Als de minister zo graag regeltjes wil maken laat ze dan eens regelen dat dieren meer ruimte krijgen – nog niet zo lang geleden stonden koeien nog gewoon in de wei en was rundvlees als vanzelf biologisch. Nu staan de meeste koeien het hele jaar door op stal. Geef ze weer de ruimte en ook de opgehokte en doorgefokte varkens en kippen. Dat scheelt pas antibiotica. Met het instellen van vee-apothekers verschuif je het probleem alleen maar van vee-arts naar vee-apotheker en voeg je weer een nieuwe schakel toe. Het wordt alleen maar ingewikkelder en duurder. Terwijl het allemaal veel simpeler kan: geef de dieren gewoon de ruimte. Als je je ’s ochtends in bed nog even mag omdraaien ben je er zo uit.
Tags: Gezondheidszorg, Huisarts, Kinderen, Landbouwbeleid, Regelzucht
Gepost door sanna-munnikendam | No Comments