Sanna Munnikendam — geselecteerde blogposts
Wat ik je brom!
27 maart 2010 door Sanna Munnikendam
Alexander Pechtold heeft vanochtend maar liefst drie kuub hout gehakt: “gratis sportschool” constateerde hij tevreden op zijn twitter. Ook Sjef van Gennip, directeur van Reclassering Nederland heeft zijn rondje rennen er weer op zitten voor vandaag twitterde hij mij. Dat bewegen gezond is en zelfs kan helpen depressieve gevoelens te verlichten, mag als algemeen bekend beschouwd worden.
Psychoanalyse uit het basispakket? Voor de wetenschappelijke praktijk misschien zonde, maar een rondje rennen of een stuk fietsen in de buitenlucht doet vaak wonderen. En het is nog gratis ook. En als je je dagelijkse portie beweging weet te integreren in je reguliere bezigheden, hoeft deze “gratis sportschool” nauwelijks meer tijd te kosten.
In een van mijn eerste blogs vroeg ik mij al af of iemand mij kan uitleggen wat het voordeel is van een het tuffen op een stinkend lawaaiproducerend brommertje boven het fietsen. Naast de zojuist genoemde voordelen van de gratis sportschool, stinkt fietsen niet, het maakt geen lawaai en het is goed voor het milieu.
De economische crisis zou aangegrepen moeten worden voor een omslag in hoe wij omgaan met duurzaamheid. Wij hebben de mond er wel vol van maar het ontbreekt nog te veel aan daadkracht. Er is een mentaliteitsverandering voor nodig om echt duurzaam te gaan leven. Dat je het niet meer vindt kunnen om geen duurzaam vlees te kopen, dat je bovendien je gaat schamen als je iedere dag vlees koopt. Denk aan de bewustwordingsreclames van Wakker Dier waarin pijnlijk duidelijk wordt hoe diep we gezonken zijn: kipfilet is soms zelfs goedkoper dan kattenvoer.
Jaren geleden werd actie gevoerd tegen legbatterijeieren, het werd daarna not done om ze te kopen en inmiddels zijn er nergens meer dergelijke eieren te koop. Ook bijproducten zijn inmiddels vrijwel altijd bereid met scharreleieren, zoals Calvé mayonaise. Nu de legbatterij kippen zelf nog.
Zo’n mentaliteitsverandering gaat niet vanzelf, maar wordt meestal vooraf gegaan door regulering van de sector en door overheidsingrijpen. En bij gebrek aan coördinatie door de overheid en doordat de tijd voorbij is dat de doorsnee consument massaal kiest voor het goedkoopste product boven kwaliteit of duurzaamheid, is de tijd volgens een rapport van ING rijp voor de derde industriële revolutie. Een toenemende groep consumenten kiest voor milieuvriendelijk, voor duurzaam. En de multinationals moeten hierin de lead nemen, zeggen zij nu ook zelf in dit rapport.
Rest de vraag wat ik kan doen als ik weer eens met mijn bakfiets vol peuters de gezonde buitenlucht opzoek en bij een stoplicht achter een tweetakt stinkbrommer sta te wachten. Het stinkt. Het maakt lawaai. Het is slecht voor het milieu. En nou ben ik als democraat en oud wetgevingsjurist helemaal niet voor regulering door middel van verboden. Maar als het gaat om brommertjes wel. Waarom kunnen we de gloeilamp wel verbieden en brommers niet?
Ik pleit daarom voor een brommerverbod, tenzij elektrisch aangedreven. En als bij ieder stoplicht een oplaadpunt voor de accu komt, zullen brommertjes het helemaal niet meer erg vinden om te moeten wachten. Sterker nog, het wordt dan juist een sport wie het meeste oplaadt. Zijn we eindelijk verlost van het opgefokte gas geven tijdens het wachten. En van het lawaai en de uitlaatgassen. Een bromverbod, dat komt er nog eens. Wat ik je brom!
Kroonjuwelen voor de deur
9 maart 2010 door Sanna Munnikendam
Overmorgen word ik geïnstalleerd als raadslid voor D66 in Zaanstad. Wat drijft mij hiertoe? Het antwoord is simpel: omdat democratie bij de voordeur begint. Als bestuurslid van de wijkvereniging heb ik al talloze malen meegemaakt dat de gemeente de burgers niet goed genoeg, te laat of zelfs helemaal niet betrekt bij besluitvorming. Wat voor de een de reden was om gedesillusioneerd af te treden als bestuurslid, was voor mij de drijfveer om juist de lokale politiek in te gaan.
Democratie begint bij de voordeur, en de woede en onvrede van de bewoners over “het politieke zooitje” begint ook bij diezelfde voordeur. Dus wil je burgers betrekken bij besluitvorming dan moet je beginnen bij die voordeur, onze eigen straat, het groen, de wipkippen, de hondenpoep en ja, ook de clichématige lantaarnpaal en losliggende stoeptegels.
Alleen dan kan de overheid weer het vertrouwen van de burger terugwinnen. Want de burger, die is boos en voelt zich niet meer serieus genomen. En het vertrouwen win je niet terug door een ver-van-mijn-bed-referendum over de Europese grondwet uit te schrijven die uitmondde in een welles-nietes strijd die niet meer over de inhoud ging. En neem nou de bekendmaking dat Balkenende opnieuw lijsttrekker wordt: “Balkenende heeft in het verleden bewezen dat hij stabiliteit kan brengen, en zal dat in de toekomst weer bewijzen,” aldus CDA partijvoorzitter Van Heeswijk gisteravond.[1] En zo gebeurt het zelfs dat de burger ook de overheid niet meer serieus neemt. De samenleving is niet langer maakbaar, die stuurt zichzelf.[2]
En omdat democratie bij de voordeur begint, moet het vertrouwen dus niet op landelijk niveau teruggewonnen worden maar lokaal, waar nodig gefaciliteerd door nieuwe landelijke wetgeving. De Tweede Kamer verkiezingen komen eraan. Hét moment om de gekozen burgemeester weer op de agenda te zetten.
Wie “gekozen burgemeester” zegt, wordt vaak met opgetrokken wenkbrauw aangestaard, totdat je de vergelijking maakt dat premier Balkenende tevens voorzitter van de Tweede Kamer zou zijn. En is precies wat er in gemeenten gebeurt: de door de Kroon benoemde burgemeester is immers niet alleen voorzitter van B&W maar ook van de gemeenteraad.
De gekozen burgemeester roept tegenwoordig veelal het burgemeestersreferendum in herinnering waarbij twee PvdA heren het tegen elkaar opnamen om het burgemeesterschap in Utrecht. Het referendum werd overigens ongeldig verklaard, de opkomst was nog geen 10%. Dit werd vertaald als signaal van de burgers tegen het referendum. Ik verklaar het eerder als signaal van de burgers tegen de wijze waarop en het gebrek aan keuze.
Dus als iedere partij gelijk met de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen, tevens een burgemeesterskandidaat voorstelt, dan kan je als burger ieder vier jaar niet alleen je gemeenteraad kiezen maar ook je eigen burgemeester. Dus ook een burgemeester van een lokale partij. Deze burgemeester is daarbij informateur en formateur en zal op een collegeprogramma samenstellen dat gemeenteraadbreed gedragen wordt. De gemeenteraad kiest vervolgens een (technisch) voorzitter uit haar midden.
Wie wil dit niet? En waarom bestaat dit nog niet? Dat komt omdat het te lang een exclusief D66-punt is geweest. Maar het is niet langer meer óns kroonjuweel! Want dit bijna ten grave gedragen kroonjuweel van D66 was telkens weer onderwerp van formatie-onderhandelingen. En even zovele malen sneuvelde de gekozen burgemeester, als wisselgeld of vanwege politiek spel zoals nu precies vijf jaar geleden tijdens de Nacht van Van Thijn.
Als wij als D66 vinden dat het anders kan en anders moet dan moeten we ook dit kroonjuweel teruggeven aan ons allemaal. Ja, ook aan de Wilders stemmers. Uiteindelijk is het ons allemaal om hetzelfde te doen: dat er meer geluisterd wordt naar de burgers. De gekozen burgemeester is daarvoor het middel bij uitstek. De boosheid die voortkomt uit het gebrek aan echt luisteren naar de burger kan en moet omgezet worden naar en brede beweging voor de gekozen burgemeester. Een beweging dwars door alle partijen heen. Vandaar mijn oproep aan alle boze burgers om je stem te laten horen, juist binnen de partij waarop je stemt. Iedere stem telt. Kijk maar naar Rotterdam. Daarnaast raad ik aan om je aan te sluiten bij een politieke partij. Neem contact op met de lokale afdeling en word actief want dit is iets wat door alle partijen heen zal spelen. Het terugwinnen van vertrouwen kan je ook doen door het zelf op de agenda te zetten.
Vijf jaar geleden deed ik hetzelfde: in de nacht van Van Thijn werd ik lid van D66, ruim een jaar geleden werd ik lokaal actief voor D66 en overmorgen word ik geïnstalleerd als raadslid. Voor mij heeft het luisteren naar bewoners en ze echt betrekken bij besluitvorming absolute prioriteit.
[1] http://www.nrc.nl/binnenland/article2499693.ece/Balkenende_blijft_lijsttrekker_CDA?
[2] Heldeman 2009, p. 41.
Warme truiendag
12 februari 2010 door Sanna Munnikendam
Wat er ook gebeurt, duurzame energie zal altijd duurder zijn dan fossiele brandstoffen. En dat komt deze wintermaanden wel heel hard aan bij ons thuis. We wonen namelijk in een groot, niet geïsoleerd huis met ‘energielabel Z’.
Bij ons is het dan ook niet alleen vandaag maar altijd warme truiendag, en warme sokken helpen overigens ook erg goed. Om toch nog een beetje aan energiebesparing te kunnen doen, staat de thermostaat overdag als we thuis zijn niet hoger dan achttien graden. Alleen in de avond gaat hij naar negentien graden, om rond 20:00 weer af te slaan, behalve voor gasten want anders komen ze nooit meer terug.
Als kind van de jaren zeventig groeide ik op met het beeld van het wereldbolletje dat als een kaars opbrandde. De boodschap die we meekregen was duidelijk: wees zuinig met energie, want de fossiele brandstoffen raken echt uitgeput.
Nu ruim dertig jaar later is dezelfde boodschap echter gekanteld. Het gaat nog steeds mis met de aarde en de fossiele brandstoffen. Niet omdat ze opgaan, maar vanwege het broeikasprobleem. Tegenwoordig moeten we de fossiele brandstoffen juist helemaal niet meer opmaken, maar ze tot in de eeuwigheid heel diep in de grond laten zitten. In plaats daarvan gaan we op zoek naar vernieuwbare, duurzame bronnen, met name zon- en windenergie, dichtbij huis.
Het enige en tevens cruciale probleem is dat duurzame bronnen altijd duurder zullen zijn dan fossiele brandstoffen. Aardolie en aardgas liggen immers kant en klaar onder een hele hoop zand in Saoedi-Arabië en Iran. Terwijl de kostprijs slechts een paar dollar is, wordt de prijs van een vat ruwe olie kunstmatig heel hoog gehouden. Groene stroom is nu eenmaal duurder dan grijze en dat zal altijd wel zo blijven. Ook als het goedkoper wordt om groene stroom op te wekken: de kunstmatig hoge olieprijs zal dan evenredig mee zakken. Als we zo blijven doorgaan zal er voorlopig niets veranderen. De vraag naar olie blijft groot en de uitstoot van CO2 zal onverminderd doorgaan. Dus stopt het gebruik van fossiele brandstoffen pas als het op is. Het is niets meer dan een kwestie van economie boven duurzaamheid.
Wat kunnen we doen om het tij echt te keren? Het enige wat ons rest is geforceerd overgaan op duurzame energiebronnen. Dit zal in onze maatschappij met marktdenken heel moeilijk gaan. Een zeer visionaire docent van mij zei begin jaren negentig al dat we slechts door middel van dictatuur kunnen overgaan op duurzame energiebronnen. Als Democraat in hart en nieren vind ik dit uiteraard geen optie. Maar het zet wel aan het denken. Ik zie de huidige crisis dan ook als kans, als hét moment om de fossiele brandstoffen definitief in de schoot van moeder aarde te laten. Wanneer de fossiele brandstoffen niet meer vermarkt worden hebben we daar uiteindelijk alleen maar profijt van. De keuze om wel of niet een missie naar Uruzgan voort te zetten, zal voortaan een stuk makkelijker worden. Bovendien komen de harde euro’s en dollars tevens niet meer ten goede van rijke oliesjeiks die hun goudmijn alleen maar zien groeien. Zonne- en windenergie lijkt dan wel duurder, maar wanneer we echt één op één investeren in duurzame energiebronnen dichtbij huis, komt dat de lokale economie ook ten goede. Ik waag het zelfs te voorspellen dat dit gezien kan worden als een keerpunt om uit de huidige financiële crisis te komen.
Zover is het nog niet, over ruim twee maanden komen de gierzwaluwen weer, maar voorlopig ik trek mijn sokken nog even op voordat ik me met mijn dekentje op de bank voor de buis nestel. Koude voetendag, brrrr.
Van zoutbergen tot sneeuwduinen
12 januari 2010 door Sanna Munnikendam
Gelijk met het nieuwe jaar doen nieuwe woorden hun intrede in de winterse Nederlandse taal: sneeuwjacht, sneeuwduinen, zoutkaartje, sneeuwbrij en krotsneeuw.
Het begon al bij de eerste sneeuwvlokjes: het openbare leven ligt nagenoeg stil. Treinen rijden niet of minder, wegen zijn onbegaanbaar voor auto’s en bussen en zelfs verstokte fietsers als ik laten af en toe de fiets staan omdat er geen doorkomen meer aan is. Natuurlijk is het ook leuk om de kinderen met de slee naar de crèche te brengen, en om van de besneeuwde duinen af te sleeën. Want bij het uitblijven van de voorspelde sneeuwduinen konden we immers met een gerust hart naar de besneeuwde duinen. Besneeuwde duinen en hoop op zout, zou er eigenlijk boven dit stukje moeten staan. En hoe Nederlands is het uitsluitend nog te hebben dan over het weer, zeker als het zo winters is als nu en wij dat niet meer gewend zijn. Ik blijf dus niet achter en doe net als mijn medeblogger in Londen lustig mee. Ik heb weer tijd nu het verkiezingsprogramma voor D66 Zaanstad af is.
Toch vraag ik me, inmiddels sneeuwmoe, af waarom strenge winters toen ik kind was nooit zo’n impact hadden op het persoonlijke en openbare leven. Afgelopen weken had ik tijd genoeg om hierover te peinzen terwijl ik me met de bakfiets een weg baande door het Volkspark op weg van de school van oudste naar de crèche van de jongste twee.
Er zijn blijkbaar dingen radicaal veranderd in de afgelopen pakweg dertig jaar waardoor een plotse of langdurige afwijking van het gemiddelde weersbeeld resulteert in aantasting van onze maakbare samenleving. En inmiddels zijn we zelfs zover gekomen dat Het Weer een politieke aangelegenheid geworden is.
Op lokaal niveau wordt steen en been geklaagd over het strooibeleid van de gemeente, door fietsers maar ook busbedrijf Connexxion dreigt met schadeclaims. Nog dichterbij huis komt het schoonvegen van de eigen stoep, of die van de minister president, ter sprake.
Dat wij in sommige gevallen niet eens meer onze stoep kunnen bereiken, of met enorme vertraging, komt in eerste instantie doordat onze actieradius zoveel groter is geworden: global village, ook binnen Nederland. Van lopend of hooguit met de koets, willen we altijd zonder vertraging overal naar toe kunnen reizen. Even naar Maastricht met de trein, iedere dag met de auto van Zaanstad naar Rotterdam. Of een dagje op en neer naar Londen, voor een vergadering. Heel gewoon. Totdat het niet meer kan. Als je het omdraait zou je ook kunnen stellen dat het juist heel bijzonder is dat het altijd wél kan.
Met de trein durven we niet meer te reizen sinds de treinwissels van ProRail vastvriezen doordat de waakvlam uitgaat. En wie strandt in de file en ziet hoe strooiwagens en sneeuwschuivers de rijen sluiten, zou zomaar kunnen doodvriezen in ons doorgaans zo veilig gewaande landje. Het KNMI is de eerste die er van langs krijgt. Kamervragen worden gesteld waarom er geen weeralarm uitgegeven is.
Maar toen er wel een ‘vooraankondiging weeralarm’ uitging, en het achteraf met sneeuwjacht wel bleek mee te vallen, was het ook al niet goed. Want we bleven massaal voor niets thuis uit angst voor sneeuwduinen. Deze angst voor sneeuwduinen werd ons mede ingegeven door de landelijke dreigende schaarste van strooizout. Vroeger was er nooit sprake van schaarste van strooizout terwijl de winters niet minder streng waren. De levering van strooizout wordt tegenwoordig Europees aanbesteed. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat daar de kous wringt. De goedkoopste aanbieder won de aanbesteding, maar achteraf blijken aanbieders niet over voldoende zout te kunnen beschikken.
En hoe ironisch, terwijl ik dit schrijf, op de dag dat het rapport van de commissie Davids uitkomt, komt er een spoeddebat. Over Irak? Welnee: over de verkeersellende door de sneeuw! Blijven we toch nog dichtbij het schoonvegen van de stoep van Balkenende.
Verse vis in oude kranten
22 december 2009 door Sanna Munnikendam
Met de top van de D66 Zaanstad kandidatenlijst togen wij per trein, toen er nog geen sprake was van enige sneeuwval, naar de eerste trainingsavond voor kandidaat-raadsleden. En zoals altijd maakte onze lijsttrekker, nestor Jan de Vries, er weer een gezellige boel van. Dus toen hij –zelf niet de meest slanke persoon– naast een vrouw van eveneens meer dan een gemiddelde Rubens omvang, ging zitten voelde hij zich totaal niet ongemakkelijk, hoewel ze beslist oncomfortabel gezeten moesten hebben. “Gezellig zo saampjes” sprak hij terwijl hij zich nog eens lekker naast haar nestelde. “Sans gêne” waardoor Laura zich niet eens opgelaten voelde. Direct ontstond een geanimeerd gesprek. Laura bleek Mexicaanse en voor de liefde naar Nederland gekomen te zijn. Ze sprak bijna perfect Nederlands met een charmante licht Spaanse tongval. Laura bleek sinds anderhalf jaar woonachtig in Nederland, in Krommenie om precies te zijn. En Laura en Jan bleken bovendien bijna buren van elkaar te zijn. Ze kenden zelfs de buitenkant van elkaars voordeur. Of Laura naar haar werk ging, informeerde Jan. Nee, Laura had geen werk. Niet omdat ze niet zou mogen werken vanwege haar verblijfstatus, ook niet omdat ze de taal nog niet machtig was. Nee, Laura was ietwat te goed opgeleid. In Mexico was ze namelijk advocaat maar hier in Nederland worden haar diploma’s niet erkend. Op het eerste gezicht verbaasde mij dat niet, het Mexicaanse recht en –rechtspleging zijn immers anders dan het Nederlands recht. Het is dus voorstelbaar dat een jurist hier eerst de nodige bijscholing zou moeten volgen alvorens zich ook in ons land advocaat te mogen noemen. Maar na enig doorvragen bleek dat met haar komst naar Nederland haar gehele rechtenstudie én haar advocatenopleiding waardeloos waren geworden. Net alsof ze helemaal geen enkele opleiding had gehad: ze was hier in de categorie ongeschoolde allochtoon beland. En zelfs met deze nieuwe status lukte het haar al anderhalf jaar niet om aan het werk te komen. Ze had inmiddels begrepen dat ze zowel in België als in Duitsland wél aan de slag zou kunnen als jurist, maar nee daar begon ze niet aan. Ze was immers voor de liefde naar Nederland gekomen, helemaal uit Mexico naar Krommenie. Dus geen haar op haar hoofd die Zaanstad nu zou verruilen voor een van onze buurlanden. Dan had ze net zo goed in haar vaderland kunnen blijven.
Hoe is het mogelijk? Terwijl wij EU-onderdanen het trots over ‘Europa Ja’ hebben, blijkt er voor mensen van buiten de EU nog zoveel verschil te zijn waar het gaat om het erkennen van diploma’s.
En Laura? Laura kon aan het werk als vismeisje, getipt door Jan. Laura was dolblij, hoewel ze niet van haring houdt. Maar wel van kibbeling, ook al is dat geen echte vis.
Gijs de Glazenwasser
20 november 2009 door Sanna Munnikendam
Zaanstad heeft een prijs gewonnen voor duurzaam vervoer en energiebesparing. Mijn gemeente kreeg deze prijs voor de investeringen die gedaan zijn tijdens de Week van de Vooruitgang. Zo heeft de gemeente elektrische auto’s en scooters gekocht en oplaadplaatsen gemaakt voor duurzame vervoersmiddelen. Zaanstad is nu ook voorgedragen voor een Europese prijs. En wanneer het nieuwe stadhuis medio volgend jaar eenmaal in gebruik is genomen zal de gemeente Zaanstad een ontmoedigingsbeleid gaan voeren voor de ambtenaren die met de auto willen komen, bijvoorbeeld door nauwelijks parkeerplekken beschikbaar te hebben. Het nieuwe stadhuis ligt immers zo’n beetje ín het station.
Zoals iedere ochtend als ik mijn kinderen in de bakfiets naar school en de crèche breng, keek ik ook deze ochtend weer vol verwondering naar de voortgang van dit nieuwe Zaanse stadshart Inverdan, met een knettergek hotel en ons nieuwe stadhuis in wording. Ik vind het machtig mooi om te zien hoe alles wat eerst alleen op papier of digitaal in 3D te zien was, nu ook in real life gestalte krijgt; helemaal sinds ik sinds deze week door de leden op nummer 2 van de kandidatenlijst voor D66 Zaanstad gekozen ben. Ook mijn middelste van bijna drie volgt met belangstelling wat de Bob de Bouwers allemaal aan het doen zijn, niet alleen vanaf de fiets maar ook vanuit de ramen van zijn crèche: die bevindt zich namelijk eerste rang in de Saentoren middenin Inverdan.
Inmiddels heeft het immense stadhuis echte dakpannen gekregen. Sowieso vind ik het geweldig dat zo’n gebouw überhaupt een puntdak heeft. We zijn na de jaren ’90 wel een beetje klaar met de platte betonblokken. En tussen die gezellige oranje dakpannen zag ik vanochtend wat onregelmatigheden. Na nog beter gekeken te hebben, voor zover dat kan gezien de hoogte van de gebouwen, meende ik zwaluwkastjes te ontwaren. Als echte gierzwaluw liefhebber, maakte mijn hart een sprongetje. Ik durf gerust te zeggen dat Zaanstad qua duurzaamheid een goed eind op weg is.
Toen ik de kinderen had weggebracht en mijn straat weer in fietste zag ik een enorme hoogwerker manoeuvreren. Dat verbaast mij niets, aangezien onze straat aan de voet van Inverdan ligt, is hier vaak flink wat reuring. Maar wie schetste mijn verbazing toen ik zag dat deze hoogwerker niet bestemd was voor Inverdan maar voor de glazenwassers van een bankfiliaal van maar liefst twee (!) etages “hoog.”
Hoe regelgeving kan doorschieten: terwijl de “Bob de Bouwers” meer dan huizenhoog in tuigjes vastgeklonken op steigers en in hijskranen aan het werk zijn, zijn op een steenworp afstand twee glazenwassers aan het werk. Dat zij in een wolk van CO2 uitstoot omgeven door het immense lawaai van de dieselmotor van de hoogwerker, op slechts een meter of twee of drie van de grond, aan het werk zijn doet daar niet aan af. Om nog maar te zwijgen over het geld dat de huur van een hoogwerker kost.
Een duurzame overheid, duurzaam bouwen, duurzaam bankieren? Om echt duurzaam te werken binnen de héle gemeente hebben we nog een lange weg te gaan….
Angst oogsten
7 november 2009 door Sanna Munnikendam
Sinds de Mexicaanse griep die nog steeds mild heet te zijn in Nederland ook een aantal gezonde kinderen het leven heeft gekost, begint er toch een lichte paniek te heersen. Behoren kinderen of jongeren nu wel of niet tot een risicogroep? De gezondheidsraad komt binnenkort met een advies betreffende vaccinatie tegen H1N1. In mijn omgeving heb ik overigens nog niets van enige paniek gemerkt.
Toen mijn jongste dochtertje van bijna twee vorige week griep kreeg heb ik wel even opgezocht wat de symptomen zijn van de Mexicaanse griep.
Maar hoe check je of een kind dat nog niet kan praten hoofdpijn of spierpijn heeft? Omdat ze niet hoestte of benauwd was, hoefde ik me geen zorgen om te maken, aldus de doktersassistente aan de telefoon. Dat deed ik dan ook niet. Over het algemeen ben ik niet zo’n angstig type.
Toch bekruipt mij zo langzamerhand het gevoel dat door de overdaad aan media-aandacht voor de griep vrijwel iedereen toch in meer of mindere mate volgeprikt wordt met angst. Van de week nog stond de Brouwersgracht in Amsterdam helemaal vol met wachtenden getuige een foto die ik in het Parool zag. Griepstress, zo noemde het Parool het. En dan ging het nog niet eens om de Mexicaanse griep maar om de reguliere griepprik.
Terwijl ik gisteravond het speelgoed van mijn drie kinderen aan het opruimen was, zag ik Netwerk waar gisteravond ook aandacht aan vaccineren besteed werd. Maar het ging bij Netwerk niet over de gewone of de Mexicaanse griepprik maar over het nieuws dat drie baby’s zijn overleden, mogelijk als gevolg van de inenting met het pneumokokkenvaccin Prevenar. Afschuwelijk om te horen, zeker sinds ik zelf kinderen heb is dit je grootste angst. Vaccinaties met dit middel zijn tot nader bericht stopgezet. Roel Coutinho van het RIVM kwam naar de studio om tekst en uitleg te geven maar bovenal om zich te verdedigen. Vervolgens kwamen ouders van twee van de overleden kindjes aan het woord. Wat ik het ergste vond is dat de ouders op deze manier gefilmd werden. Ik vond het eigenlijk een te grote inbreuk op hun privacy. Als kijker werd je ongevraagd geconfronteerd met dit enorme verdriet. Wat voegde dit toe aan de verdrietige feiten anders dan dat je als tv-kijkende ouders bang wordt om je kinderen te laten vaccineren? Als ouders moet je van de media hoe dan ook bang worden, hetzij voor de Mexicaanse griep, hetzij voor de gewone griep, maar ook voor de vaccinaties. En de pneumokokkenvaccinaties werden juist toegediend naar aanleiding van kinderen die overleden aan hersenvliesontsteking. Maar wat nu als ze ook schijnen te kunnen overlijden aan die prikken die ze juist hiertegen zouden moeten beschermen?
Angst zaaien zijn we heel goed in, in dit land. En het enige wat je daarmee oogst is nog meer angst.
En daarom zeg ik stop met angst zaaien! Hoe? Gewoon door de dingen positiever te benaderen. “Anders JA D66” zeg ik in dit blog, live geschreven tijdens het D66 Congres te Breda.
Het D66 Congres live
7 november 2009 door Sanna Munnikendam
Vandaag is het D66 congres in Breda en als een van de huisbloggers zit ik bij de workshop bloggen. Ik laat nu aan de mensen hier zien hoe makkelijk het is om te bloggen. En vooral hoe leuk het is.
Iedereen die lid is en wil kan een account aanvragen hier ter plekke. Ik zou zeggen DOEN! We gaan nu voor de 66 bloggers, nog 10 te gaan.
Het is ook heel makkelijk om als je eenmaal gepost hebt de blog te wijzigen. En de previewknop is ook heel handig, dan kan je zien hoe je blog eruit ziet voordat je hem daadwerkelijk post. Verder is het ook mogelijk om tags toe te voegen. Dat wordt hier ook ter plekke laten zien.
Deze foto is gemaakt door Marietje Schaake, lid van het Europees Parlement en is genomen tijdens het politiek vragenuur.
Mevrouw bestaat niet
5 november 2009 door Sanna Munnikendam
De offerte kinderopvang 2010 die geadresseerd is aan beide ouders opent met “geachte heer”. De inhoud van de boodschap ontgaat mij in eerste instantie. Geachte heer? Geachte heer? Mijn geachte heer zal deze hele offerte niet eens zien omdat deze “mevrouw-bestaat-niet” hier thuis niet alleen de zakelijke, maar ook de privé correspondentie, boekhouding en financiën regelt. Een handtekening mag hij zetten, dat dan weer wel, maar dan alleen maar omdat het in tweevoud moet. Daarom. Dan bekijk ik de machtiging die met twee verschillende invulvelden nog steeds onderscheid maakt tussen bank- en girorekening. De bovenste voor bank, de onderste voor giro. Ik vul de bovenste in.
Postgiro-Rijkspostspaarbank? Postbank? Girorekening? Dat bestaat toch allemaal allang niet meer. En ook al tik ik voor internetbankieren nog steeds in mijn browserbalk je www.postbank.nl in, ik weet best dat ik dan doorgeleid wordt naar www.ing.nl.
Enfin, mijmerend vul ik de machtiging betreffende onze en/of-rekening bij de ING verder braaf in. Onderaan, op de stippellijn staat voorgedrukt de naam van mijn echtgenoot. Ik zet er mijn eigen handtekening. Het is toch een en/of-rekening.
Dat ik met het zetten van mijn handtekening akkoord ga met het feit dat de kinderopvang van mijn beide kinderen volgend jaar per kind maar liefst bijna 40 euro per maand duurder wordt, moet ik echt even herberekenen. De opvang wordt een kwartje per uur duurder. En in verband met de openstelling tussen kerst en oud- en nieuw gaat het gemiddelde aantal uren per maand omhoog. Ik mag ook het contract ontbinden, de opzegtermijn is twee maanden. Maar dat terzijde.
Nee, ik ben niet gauw perplex en ik ben zeker geen feminist of een geëmancipeerde trut. Ik ben geen echtgenote die op haar strepen gaat staan om alles eerlijk te verdelen in het huishouden. Sommige zaken zijn er in geslopen, dat is met name ontstaan rondom de geboorte van onze oudste. Ik werd ontzien waar het ging om zwaar tilwerk omdat ik vanwege zwangerschap, bekkenpijn en later na een keizersnede niet kon of mocht tillen. Inmiddels is het zo dat wie kookt niet opruimt, dat manlief de buitenboel doet (tuin, schuur, vuilnis) en dat ik binnen doe. Boodschappen doen we hoe het uitkomt evenals de kinderen halen en brengen. Het gaat zoals het gaat en we rekenen elkaar er niet op af. Het is wel duidelijk zo maar niet strikt. Dus nee, je kan van mij niet beweren dat ik een tuinbroeken Dolle Mina type ben. Maar het feit dat een officiële grote professionele organisatie, een kinderopvangorganisatie notabene, het presteert om zich in haar correspondentie uitsluitend te richten op de heer des huizes vind ik eufemistisch gezegd niet kunnen. Zijn het bij kinderopvangorganisaties niet vrijwel uitsluitend vrouwen die er werken? De brief was nota bene opgesteld door een vrouw. Wat is dat dan toch dat vrouwen zichzelf zo kleineren? Glazen plafonds? Nee, als het hier al misgaat is er nog helemaal geen plafond in zicht maar is het één grote papieren barrière, papierbakken vol…
Stem wijzer!
20 oktober 2009 door Sanna Munnikendam
Van de week heb ik voor het eerst een PVV stemmer gesproken: mijn oude buurmeisje uit Amsterdam Zuid, domineesdochter uit een hecht gezin met vijf kinderen. We zijn elkaar jaren geleden uit het oog verloren. Tijdens het gesprek liet ze zich per ongeluk ontvallen PVV gestemd te hebben. Maar wat ik ook over haar stemgedrag mag denken, één ding moet ik haar wel nageven: toen de winkel waar zij werkte onlangs failliet ging, weigerde zij een uitkering aan te vragen. Als gescheiden vrouw van net veertig jaar, met Hbo-diploma die jaren lang met haar ex-man een eigen bedrijf runde, heeft zij zich direct aangemeld bij de thuiszorg. Zij kon binnen een week aan de slag en inmiddels werkt zij er bijna fulltime. Ik moet zeggen dat ik echt bewondering heb voor die eigen kracht.
Mijn buurmeisje kon altijd met iedereen goed overweg, ongeacht kleur, godsdienst of sociaal-maatschappelijke afkomst; iets wat in Amsterdam Zuid kringen niet altijd even vanzelfsprekend was, zoals ook Robert Vuijsjes “Alleen maar nette mensen” pijnlijk illustreert. En die houding is nu precies die eigen kracht waardoor zij zich niet te goed voelt om op haar 41e op haar knieën de wc’s van oude mensen te boenen. Zou de PVV qua eigen kracht dan toch wat gemeen hebben met D66, zij past immers helemaal niet in het beeld van de PVV stemmer.
Ach, dé Nederlander bestaat niet, maar de hardwerkende Nederlander daarentegen bestaat al heel lang. Deze soundbyte werd nieuw leven ingeblazen door VVD-leider Rutte tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in 2007. Een slimme zet, omdat hij hiermee als oppositiepartij probeert alle hardwerkende Nederlanders ongeacht hun politieke kleur aan te spreken. Ooit was er het orakel uit Diever dat trachtte de hardwerkende Nederlander tot medestander te maken tegen een kabinet dat wilde investeren in de samenleving; ‘openbare voorzieningen boven particuliere welvaart’ was het adagium van de Amerikaanse econoom Galbraith, die Joop den Uyl inspireerde tot het motto ‘de boel bij elkaar houden’ opnieuw tot leven gewekt door Job Cohen.
Maar wat klopt er van het beeld dat politiek vroeger bestemd was voor oude grijze heren met bolhoeden die elkaar op eloquente wijze trachtten de loef af te steken, terwijl Kamerleden bewindspersonen tegenwoordig zelfs uitmaken voor “knettergek”? Juist in de tijd van Den Uyl, Wiegel en Van Agt was het debat politiek vuurwerk waarin de mensen zich herkenden. In de jaren daarna veranderde de samenleving in rap tempo. Door het polderen verzandde het debat dat steeds politiek correcter, regentesker en technocratischer werd. Mensen voelden zich niet meer vertegenwoordigd, er ontstond een kloof tussen burger en politiek. Het populisme werd node gemist.
Niet alleen de opkomst (en ondergang) van de LPF en de populariteit van Geert Wilders, ook de financiële crisis en de uitputting van de fossiele brandstoffen nopen tot herwaardering van onze leefomgeving, op macro- en microniveau. En zoals zo vaak is een crisis een opmaat tot verandering. De huidige financiële crisis heeft een toenemend aantal werklozen tot gevolg. Interessant is de manier waarop mensen omgaan met onvrijwillige werkloosheid. In de tijden van Joop den Uyl vierde het sociale vangnet, de bijstandsuitkering, hoogtij. Het recht op een uitkering was welhaast verworden tot een van de grondrechten, het zoeken naar werk allerminst verplicht. Vadertje staat zorgde voor je waardoor de bijstandsgerechtigden meer en meer afhankelijk werden.
Tegenwoordig zit de gemeente als uitvoerende instantie van de Wet werk en bijstand er bovenop: de werkloze is werkzoekende geworden, banenmarkten, participatie en integratienota’s beogen een ieder te betrekken bij de samenleving, niet alleen op werk maar ook op sociaal-maatschappelijk gebied. Door het opleggen van verplichtingen en controle-instrumenten maak je de huidige werkzoekende vaak ook weer als vleugellam kind onder de vleugels van de paternalistische staat.
Toen ik eind augustus bij de boekpresentatie was van Vertrouw op de eigen kracht van mensen, van de permanente campagnecommissie, lanceerde D66 Utrecht een voorstel voor aanpassing van de Wet werk en bijstand als voorbeeld van deze eigen kracht. Door het geven van een stuk vertrouwen en de mogelijkheid tot kiezen, kan je veel meer bereiken dan door het werken met ge- en verboden. Met mijn oude vriendinnetje komt het vast goed, met haar eigen kracht als kompas voor haar stemwijzer.