Nieuws

Over niets

• 6 min lezen

Over niets

Lang heb ik gewikt en gewogen over mijn eerste blog in het nieuwe jaar, maar er wilde simpelweg niets komen. De sneeuw heeft niet alleen een spekgladde, en voor de nodige paniek en alarmen zorgende, deken over de wereld gelegd, ook mijn (creatieve?) gemoed is onder een dikke witte laag te rustte gelegd. Om de lieverds van D66, die mij dit elektronisch platform bieden om mijn onzinnigheden het wereld wijde web op te slingeren, ben ik toch maar achter mijn computer gaan zitten en heb besloten dat ik er niet vandaan kom voor ik een respectabel aantal woorden heb getypt. De luie, en vaak dominante, kant van mijn hersenen neigt na het afspreken van zoiets met mijzelf naar het willekeurig achter elkaar zetten van woorden als: wit, nat, koud, glad, ijs, mat, wind, zat enzovoorts, om me er op deze wijze snel vanaf te maken. Dat zou echter maar gek zijn, en dus besluit ik maar eens de actieve kant te volgen.

De caesar van mijn hersenen geeft zich echter niet zo gemakkelijk gewonnen. Terwijl ik aan het typen ben bekruipt me het onbehaaglijke geknaag dat me influistert dat ik niet precies weet wat een respectabel aantal woorden is. Is dat aantal nu bereikt? Dat zou raar zijn, want dan zijn de woorden die nu na nu volgen er voor nop, maar ze staan er toch, dus blijkbaar is het aantal nog niet bereikt, maar zal dat pas bereikt zijn als de laatste punt de hekkensluiter van de uiterste zin van dit stuk zijn. Is het respectabele aantal de lengte van mijn vorige blog? Tienduizend woorden? Of moet ik misschien een boekwerk afleveren waar Tolkien nog blosjes van op zijn nu doodsbleke wangen zou krijgen? Of nog meer? Ik raak in paniek. Dat was nou ook weer niet de bedoeling! Ik wil niet hier zitten schrijven tot Sint-Juttemis, want ik moet nog boodschappen doen, me voorbereiden op mijn college over Nietzsche en bier drinken met vrienden! De dominante kant reikt me weer de gemakkelijke oplossing aan van het willekeurig achter elkaar zetten van de eerder genoemde, in deze context betekenisloze, woorden. Wit, nat, kou… Nee! Ik mag me niet overgeven aan de gemakzucht, het mag niet, het kan niet en het zal niet. Vastberaden neem ik weer plaats achter mijn computer, een plek welke ik verlaten had in trance om andere dingen te doen dan schrijven. Maar het moet en het zal.

Ik zit weer. Plotsklaps lijkt alles om me heen met elke ademteug in interessantheid toe te nemen. (Is dat überhaupt een woord? Of heb ik nu alle grammaticale en spelwetten overtreden? Het zou niet voor de eerste keer zijn. Zo heb ik eens voor een toch wel gerenommeerd fonds een onderzoek gedaan (en geschreven) naar zijn wordingsgeschiedenis. Het was mooi. Het was goed. Al zeg ik het zelf, maar iemand moet het doen. Alleen wist ik mezelf te blameren door in de eerste versie een karrenvracht aan spelfouten en vergissingen in de zinsbouw te presenteren. Ik heb het maar op grove tekortkomingen in mijn opleiding gegooid, ons wordt immers niet meer met de zweep in geslagen hoe het KOFSCHIP en andere gruwelijke ezelsbruggetjes werken, zoals dat vroeger bij onze ouders wel gebeurde, dat zegt de mijne tenminste altijd. Overigens klaagden de ouders van onze ouders óók over het spellings- en schrijfniveau van hun kinderen. Grappig hoe sommige dingen van alle generaties zijn. Al maakt een stukje zelfreflectie wel duidelijk dat we de ouderen van vandaag de dag moeilijk ongelijk geven over het niveau – of gebrek daaraan- van de taalvaardigheid onder jongeren en studenten. Overigens is interessantheid volgens het woordenboek geen woord, dus zal ik de zin moeten aanpassen.)

Ik zit weer. Plostklaps lijkt alles om me heen met elke ademteug steeds interessanter te worden. De aantrekkingskracht van sites als Facebook en VI reiken ineens tot grote hoogten en mijn telefoon schijnt ineens een ton snufjes te hebben, waar ik nog niet aan toegekomen was te ontdekken. Ik heb het zand van mijn alfakant snel uit mijn ogen geveegd en sluit alles af. Dit verstandige besluit bezorgt me een nieuw probleem: als de computer uit staat, werkt het toetsenbord ook niet meer. Ik kan er nog wel uit alle macht woorden op typen, maar de woorden zouden in de zware zwarte leegte verdwijnen, en dat is helemaal zonde, dan kan ik net zo goed niets schrijven en gaan luieren.

Een oplossing is gauw gevonden en al snel zweeft de punt van de vulpen boven het blanke, naakte, maagdelijke papier. Het is alsof er een elektriciteit van de pen afstraalt en die via mijn rechterhand door mijn lichaam stroomt, alle garnizoenen van de luiheid die mijn lichaam bezetten uitschakelend. Als uit zichzelf begint mijn hand letters op het papier te krassen, de letters vormen woorden, de woorden zinnen, de zinnen een verhaal zoals nog nooit geschreven is. Na een uur puffen en pezen ben ik klaar. Een zweetdruppel valt van mijn voorhoofd op het papier, dat alles behalve maagdelijk is. Ik volg de doorzichtige druppel zout en zie hoe de letters van een woord ogenblikkelijk vervagen en de druppel het papier om de plaats van inslag heen omhoog blaast, alsof de druppel na aanraking met het papier een puistje is geworden. Zodra ik dit denk maan ik mezelf tot wat zinniger gedachten, misschien is het nu tijd om Nietzsche te gaan lezen. Begeisterd door de vulpen wil ik eerst het verhaal, dat alle andere verhalen tot overbodige woordenhutspot zal maken, voor u, van papier in elektronische bits en bites veranderen.

Mijn blik volgt mijn hand naar beneden en kijkt naar het papier. Het papier is, zoals het het tegenovergestelde van een maagd beaamt, zeiknat, ik had geen zweetdruppel gezien, maar smeltende sneeuw dat door een nog niet ontdekt lek in mijn dak naar beneden drupte. Van pure kwaadheid propte ik het papier bijeen en wierp het uit mijn raam. En de pen erachter aan.

Nu, heb ik spijt, al dagen zit ik alleen, ongeschoren, onbelezen en ongevoed achter mijn beeldscherm, want op het verhaal kan ik natuurlijk niet meer exact komen en er iets aan veranderen, als is het maar een letter, zou het minder perfect maken en daardoor niet het verhaal der verhalen. Het beeldscherm dat, net als het papier voor ik het zegende met het verhaal der verhalen, maagdelijk wit is, alsof de dominante kant van mijn hersenen me wil straffen voor mijn ongehoorzaamheid.

Om te ontsnappen van die marteling heb ik dit geschreven. Sorry.

JvV

Tweet This Post

Tags: barfilosoof, bezinning, schrijven, sneeuw

Dit bericht is geplaatst op Dinsdag, januari 12th, 2010 om 18:28 en is geplaatst in categorie Persoonlijk. U kunt reacties op dit bericht volgen met de RSS 2.0 feed. U kunt hier een reactie achterlaten.

Auteur

D66 Redactie


Gerelateerde Artikelen

Nieuws
Persoonlijk — Overzicht berichten van Jorg van Velzen

Berichten in de categorie Persoonlijk De Regels van het Spel Woensdag, 29 september , 2010 Mijn band is lek. Volgens sommigen is dit het ergste dat een student …

Nieuws
Voor meer openbaarheid in Europa: een sterke Eurowob

Wie niets te verbergen heeft… Ik kijk reikhalzend uit naar de zomer van 2012. Dan verwacht ik de uitspraak van de rechter over het openbaar maken van een EU …

Nieuws
Oh la la, La Haye

Oh la la, La Haye Gisteren hoorde ik dat de Europese Commissie bezig is met het uitreiken van literatuurprijzen. De prijzen zijn bedoeld om de culturele …