Messiah in het Concertgebouw — een persoonlijke beschouwing
Messiah in het Concertgebouw
Amsterdam 23-12-2009
Achter de Bas, de Tenor, de Alt en de Sopraan hinkt een oude Kater de treden van de trappen van het Concertgebouw af. Trede voor trede daalt hij met vermoeide sierlijkheid af. Als hij zijn poten optilt, die de vrolijke, maar tegelijkertijd melancholische, alsof ze al weten wat er komen gaat, tonen van de overture van Händel’s Messiah laat klinken, is het alsof hij de noten nog wel voor zijn ogen ziet dwarrelen, maar de kracht niet meer heeft er enthousiast naar te klauwen. De Geest wil nog, maar het Lichaam werkt tegen. Vermoeid leunt de oude Kater af en toe met zijn hele gewicht op het katheder dat hem omringt, dat hem als het ware beschermt tegen de gevaren die hem omringen. Het doet pijn aan de ogen te zien dat het leven een mens zo hard kan treffen.
Mijn Vriendin en ik zitten recht voor het orgel, in het midden van de zaal. Zo heb ik goed uitzicht op de stakkers die naast het orgel plaats moeten nemen, ik vind ze niet per definitie tot in het oneindige zielig, want ik ken ze immers niet en dan is het lastig oordelen, maar op dit moment heb ik het in ieder geval beter getroffen dan zij. (In de optiek van de SP zou ik nu mijn plaats moeten aanbieden aan hen, want eerlijk moeten we alles delen, misschien had ik het wel gedaan, maar ik heb deze plaats ook maar gekregen omdat de Moeder van mijn Vriendin in het koor zingt en het zou niet van dankbaarheid getuigen als ik de prachtige plaatsen meteen aan de eerste de beste van de hand zou doen.) Veel tijd voor deze overpeinzingen was er niet: altijd als ik klassieke muziek luister neemt mijn fantasie een loopje met me. Net terwijl de organist uit het orgel gebouwd in 1891 prachtige klanken liet klinken die aanstalten maakten me aan de hand mee te voeren tot de vrolijke, donkere diepten van mijn fantasie, klonken achter mij de krasse klanken van twee verroeste misthoorns. “Prachtig,” toetert een koperen exemplaar uit de jaren dertig van de vorige eeuw op luide toon tegen een ander exemplaar uit datzelfde decennium, ik denk dat één van twee of misschien zelfs beiden vergeten zijn hun oorversterkers in te doen. De ander zet bij wijze van antwoord de tekst van het koor in, maar dan twee tellen later, onderwijl hard meestampend op de maat van de muziek, of het liefst net er naast. Ondanks diverse boze blikken en luid en niet zo subtiel commentaar over meezingende mensen (“Laat dat soort mensen maar eens proberen te mee zingen terwijl één van die orgelpijpen op een persoonlijke plek wordt ingebracht, terwijl de organist er een deuntje op slaat”, op deze gedachte ben ik zeker niet trots, maar dit soort muziek moet je niet meer mee willen toeteren als oude verroeste misthoorn, dan ga je maar in het koor of voor tv meebrullen) ging het gestamp en getoeter vrolijk door.
Het is het duidelijkste voorbeeld dat ik kan bedenken waarom een veelvoud van televisie slecht voor iemand is: de mens weet simpelweg niet meer wanneer de mond te houden en wanneer niet.
Terwijl de hele zaal opstaat bij het Hallelujah (volgens de legende is deze traditie ontstaan omdat King George II tijdens de opvoering zo verrukt raakte door het samenspel van tekst en melodie dat hij opstond, en als de koning staat moet iedereen staan) nemen kettingrokers en televisieverslaafden alom gebruik van de gelegenheid om respectievelijk hun zwartgeblakerde longen eruit te hoesten danwel op luide toon te bespreken wat ze er nou eigenlijk van vinden, die klassieke muziek live in een zaal. Waarschijnlijk zal de consensus zijn dat het zo vervelend en vrijheidsbeperkend is dat je het niet even op pauze kunt zetten om naar de W.C. te gaan of even wat te knabbelen kunt halen en al die andere mensen zullen ook wel als vrijheidsbeperkend worden beschouwd, want vrijheid is immers alleen voor het individu tegenwoordig. Achter mij weten de versleten misthoorns elkaar bij elke pauze in het langgerekte Hallelujah te vertellen hoe “Prachtig” het is. Ik kan me bedwingen om te draaien en er aan toe te voegen dat het inderdaad fraai is wat de mensen op het podium uit hun gouden strotjes krijgen, maar dat het zo jammer is dat witharig tuig in de zaal er doorheen tettert.
In plaats van me om te draaien en de achterburen hun mantel eens flink uit te vegen voert mijn fantasie me mee, weg van de televisieverslaafden, kettingrokers en dicht geslibte toeters.
Ik zie mezelf de twee hoorns aan hun toeterknoppen aan de prachtige kandelaar ophangen. De overige aanwezigen, voor zover geen televisiekijker of kettingroker, krijgen een stuk hout en mogen er eens flink op los staan. Buiten staat een uitzinnige menigte op me te wachten, aangevoerd door Minister Plasterk die me bedankt voor het oplossen van dit vervelende probleem dat de klassieke muziek wereld teistert en me voorstrelt het idee te patenteren en ermee de wijde wereld in te trekken. De onwaarschijnlijkheid van het enthousiasme van de Minister brengt me terug naar de werkelijkheid. Toch jammer dat de autoriteiten zo’n goed idee om politieke bureaucratische redenen zou afschieten.
Het afsluitende Amen en naderende kerstdagen doen me vervuld van schuldgevoelens. De muziek en zang roeren me tot in het diepste van mijn wezen. Een meermaals “prachtig” doet me met een ruk omdraaien naar de witte misthoorns. In plaats van ze in blinde woede met een bijl te lijf te gaan, zoals American Psycho, omhels ik met tranen in mijn ogen de oude besjes en wens ze een zalig kerstfeest en een lang leven toe. Ik voeg er aan toe dat ik ze volgend jaar hier weer hoop te zien.
Ik heb nog geen spijt.
JvV
Tweet This Post{:rel=“nofollow”}
Tags: bezinning, concertgebouw, messiah, muziek
Dit bericht is geplaatst op Vrijdag, december 25, 2009 om 15:07 en is geplaatst in categorie Persoonlijk. U kunt reacties op dit bericht volgen met de RSS 2.0 feed. U kunt hier een reactie achterlaten.
Gerelateerde Artikelen
Een half ei is geen ei
Een half ei is geen ei Proto-PVV’er Frits Bolkestein schaarde zich gister in de rij van wensdenkers van het opbreken van de euro in een ‘neuro’ en een ‘zeuro’. …
Zalig zoet: Verkade, koekjes en Zaanse trots
Zalig zoet: Verkade, koekjes en Zaanse trots Zoals Amsterdammers kankeren kunnen Zaankanters zeuren. Teruglezend beginnen mijn blogjes ook wel een wat …
Carrièreperspectief — leven na de universiteit
Carrièreperspectief — leven na de universiteit Jarenlang, misschien al wel decennia lang of een tijd nog langer dan dat, vragen beleidsbepalers binnen wat …